Jij bent mijn hart, mijn lever en mijn brein. Jij bent de parel in mijn oester, de kaas in mijn gratin. Het nootje in mijn m&m, dat ben jij. Als het buiten schemert, schijnt in jouw ogen nog de zon. Mijn levenskracht ben jij, en ik ben blij dat ik je gevonden heb. Ik hou van je met heel mijn hart. Yorrik - Yorrik Henderickx Uit: 1001 liefdes, deel 1
Posts
Posts uit februari, 2010 tonen
Verliefd
- Link ophalen
- X
- Andere apps
‘k Had gedacht dat ik… Hoe heet dat? Dat het me wat meer zou doen. Dat ik nachten niet zou slapen na die allereerste zoen. En mijn hoofd niet naar studeren, niet meer eten ook, afijn: louter leven van de liefde, rozengeur en maneschijn. Maar ik voel echt niks bijzonders, beide voeten op de grond. ‘t Zal vast reuze abnormaal zijn, ‘k ben misschien niet eens gezond! ‘t Zou natuurlijk ook nog kunnen - daarop houden we ‘t dan maar - dat dat meisje wel op mij viel en ik (sorry) niet op haar. - André Sollie naar aanleiding van de Boekenpauw die hij vandaag in ontvangst mocht nemen
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Met mama op de bedrand wordt de kamer lekker warm. Ik mag nog even liggen in de holte van haar arm. Ze leest me een verhaaltje over dromen uit een land waar alle mensen wonen in een nachtblauw ledikant. Het einde – moet ik zeggen, heb ik nog nooit gehoord. Maar zacht – dat weet ik zeker, is vast het laatste woord. - Bart Moeyaert
Moeders
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Men herkent ze van ver en van vroeger: altijd in rep en roer, Altijd dat vertrouwde rumoer. Of wij het niet te koud hebben misschien, dat onze jas wat hoger moet geknoopt, dat wij die slechte vrienden beter kunnen mijden. Et cetera, et cetera. Zij zijn van overdosissen voorzichtigheid vervuld, van levenslang et cetera, stupide stuwingen in buik en boezem. Fluorescente details, eeuwenoud van eenvoud: spermavlekken die zij stil, met dromerige ogen uit de lakens van hun zonen wassen, meisjes die zij halsoverkop uit de vrouwen moeten wissen die zij tussentijds geworden zijn. Het kan in goede moeders allemachtig sneeuwen, voornamelijk wanneer geen mens het al verwacht, begin november, zodra de doden victorie kraaien. Zij geven kleuters sjaals en wollen wanten mee. Bananen. Iets dappers tegen tranen. En van hun eigen moeders die hun meer en meer ontglippen, worden zij de laatste moeders. Tot zij de handen wantrouwen die hen niet langer vasthouden kunnen. November wordt het niet, novemb
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Je truitjes en je witte en rode sjaals en je kousen en je slipjes (met liefde gemaakt, zei de reclame) en je brassières (er steekt poëzie in die dingen, vooral als jij ze draagt)- ze slingeren rond in dit gedicht als op je kamer. Kom er maar in, lezer, maak het je gemakkelijk, struikel niet over de zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten. (Intussen zoenen wij even in deze zin tussen haakjes, zo ziet de lezer ons niet.) Hoe vindt u het, dit is een raam om naar de werkelijkheid te kijken, alles wat u daar ziet bestaat. Is het niet allemaal als in een gedicht? - Herman De Coninck Uit: De leninge liefde
Essentie van het missen
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Ik mis de linkshandige, schitterend spiegelbeeld naast mij aan tafel, ik mis haar tot brakens toe, dagelijks. Het is de kern van het gemis, het missen zelf, zegt men. Dat zal ik, met gestrekte hals, fijntjes ontkennen. Dat zal ik schuimbekkend tegenspreken. de tijd is een ruimte, je bent altijd bij haar, zegt men. Ik kijk in de lege spiegel. Geleerde onzin, schandalige troost. Ze reed weg met mijn goud, mijn geluk in haar fietstas, hief haar smalle hand en verdween tussen de weiden. De kern van gemis laat mij koud, geen wijsgerige held gaat mij helpen. Ik mis het vlees, haar linkshandige lichaam. - Anna Enquist Uit: 'De tussentijd'
Wanneer ik sterren was...
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Wanneer ik de armen van sterren had zwaaide ik die door de grote leegte. Wanneer ik benen van sterren had, stapte ik door de grote leegte. Laatst, in onze liefde, schreeuwde je als een zeehond, maar dan mooi. Dat was het begin van de leegte, torn in de tijd. Wanneer ik ogen van sterren had, zwierven die door de grote leegte. Wanneer ik een neus van sterren had, stak ik die in de grote leegte. Wanneer ik een mond van sterren had, kuste ik de leegte. Het wordt gezegd dat de leegte geen hart heeft. Ik weet zeker dat het hart van de leegte klopt. - Hans Andreus
Versmelting
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Je lichaam hartkloppend tegen het mijne aan wie ben ik waar eindig jij Minnegulzend drink ik je lippen honingkussend zoet kleef je op mijn huid in één enkel ogen blik Onbevreesd reik ik naar je blotgegeven ziel die kwetsbaar naakt de mijne raakt Gevangen in bevangen door elkaar zijn we één tel eeuwigheid - Wendy Van Boom Uit: 1001 liefdes, deel 1
Sonnet XVII
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Ik bemin je niet als was je een roos van zout, topaas, of een pijl van anjers die het vuur voortstuwen. Ik bemin je zoals men houdt van zekere donkere zaken, heimelijk, tussen de schaduw en de ziel. Ik bemin je als de plant die niet bloesemt maar het licht van de bloemen leidt, verborgen, in zich, en dankzij jouw liefde leeft de krappe geur die uit de aarde stijgt duister in mijn lijf. Ik bemin je zonder te weten hoe, of wanneer, of waarvan. Ik bemin je onmiddellijk zonder problemen of trots. Ik bemin je zo omdat ik het op geen andere manier kan Behalve op deze wijze die ik niet ben, noch jij, zo dicht dat je hand op mijn borst de mijne is, zo dicht dat jouw ogen zich sluiten met mijn droom. - Pablo Neruda