Een zwemmer is een ruiter


Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren. 

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen 
aan het altijd allesbegrijpende water. 

Ik moet bekennen dat ik gek ben van water. 
Want in het water adem ik water 
word ik een schepper die zijn schepping omhelst, 
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn 
en toch nog eenzaam blijven. 

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn. 

- Paul Snoek
Uit: Hercules. Gedichten. 1960.

Voor Maud Vanhauwaert, naar aanleiding van haar nieuwe voorstelling 'Mijn punt is eigenlijk'. 
(Sorry, Maud!)

Reacties

  1. Een zwemmer zwemt, hij zwemt in zee
    Hij zwemt weg van het strand
    Maar neemt bepaalde beelden met zich mee
    Van wat hij achterliet op het land

    Hij zwemt en denkt niet aan later
    Hij heeft geen last van angst of aarzeling
    Boven hem lucht, onder hem water
    Een zwemmer is een enkeling

    Hij baant zich een weg door het water
    Hij is al flink op weg naar Engeland
    Achter zich hoort hij geschater
    Iemand die achterbleef op het strand

    Wat meegaat, dat laat hij ook achter
    Wat in de war van een herinnering
    Kijkt hij eens om en zwemt wat zachter:
    Verdriet is een vertragend ding

    De kust is een vage belofte
    Het koude water de verzekering
    Dat hij alles waarin hij geloofde
    Niet zonder reden door iets nieuws verving

    Een zwemmer zwemt, hij zwemt in zee
    Hij zwemt weg van het strand
    Maar neemt bepaalde beelden met zich mee
    Van wat hij achterliet op het land


    Boudewijn De Groot

    https://youtu.be/ohUS6rUbbKQ

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten