(Aan grootva, vandaag)

De dagen van het najaar lijken kort
met licht en donker en langdurig regen.
Ik kan mij nog maar nauwelijks bewegen
wanneer mijn adem moe en moeilijk wordt.

Gedaan en ruimschoots werd wat in de macht
van mensen ligt en toegewijd vermogen,
de zorg van artsen over mij gebogen
om te beproeven wat de pijn verzacht.

Schier ligt mijn lichaam, tevergeefs gebaad
in bekkens van azijn en rozenwater,
genezen eindlijk en alleen gelaten
voor de verlossing van de langste slaap.

- Anton Van Wildenrode

Reacties