Nieuwe klinker

Ik schrijf je tot een nieuwe klinker die ruikt
naar jong gras, met een onbestemde kleur
maar prima op de kast staat, in een vaas of
tussen boeken. Je akoestiek klinkt prachtig naast

andere letters, nooit extreem zacht of kwaadaardig luid.
Jou gebruik ik het meest, mijn mond loopt van je over,
mijn pen drinkt gulzig je bloed. Je bent het ontbrekende
brokstuk in de taal, een robuuste tafel waar met servet
aan wordt gedineerd, met eerbied voor spelling.
Aan het einde van een zin vang ik je licht
in een woord, als een caleidoscoop draai ik je
alle kanten op. Ik wacht nog op dat ene gedicht.

- Maarten Inghels

Reacties