XXIV

Liefste lieveling, naar de hemeltoren stegen
de wolken als triomfantelijke wasvrouwen op,
en alles brandde in het blauw, alles was ster:
de zee, het schip, de dag werden samen verbannen.

Kom kijken naar de kerselaars in het besterde water
en naar de ronde sluitsteen van het snelle heelal,
kom aanraken het vuur van het kortstondige blauw,
kom kijken vóór zijn bloesems verwelkt zijn.

Hier is niets dan licht, met massa's, met trossen,
ruimte vrijgemaakt door de gaven van de wind
tot de laatste geheimen van het schuim zijn verklaard.

En in al dat hemelse blauw, erdoor overspoeld,
gaan onze ogen verloren en kunnen ze amper gissen
naar de machten van de lucht en de onderzeese sleutels.

- Pablo Neruda
vertaald door Willy Spillebeen