Opnieuw haar leven in koffers gepakt en
en deksels niet dichtgekregen. Uit alleen maar
rommel valt rommel niet te weren en

aan wat zich niet laat inpakken
tilt ze het zwaarst: ijle gedachten. Wind
waait ze aan.

Op steeds kleinere schaal wikt ze
wat niet door wil wegen: blijven of
weggaan: hoe ze haar leven een ander

domicilie zou geven, hem onder een vreemde
naam briefjes sturend waar hij de koffie
en de gaskraan vinden kan.

- Koenraad Goudeseune