Twee maal

Naar alle dingen kijk ik
Twee maal,
Een keer om vrolijk
En een keer om droevig te zijn.

De bomen hebben een schaterlach
In hun kroon van bladeren
En een dikke traan
In hun wortel.
De zon is jong
Aan de top van haar stralen,
Maar haar stralen
Zitten vast in de nacht.

De wereld past precies
Tussen twee omhulsels,
Waar ik alle dingen heb opgetast,
Die ik twee maal
Heb liefgehad.

- Marin Sorescu