voor Herman de Coninck In mannen is het koud en vaak december. In vrouwen is het meestal mei. Zij willen glimmen, levenslang, vermommen zich van top tot teen om niet voortijdig te verschrompelen. Zij blijven bezig met verblijven. In mannen is het koud en houdt het op. Mijn God, hoe dol zijn zij op eindigen. Want mannen rammelen zich klaar en zwaargewapend met zichzelf, besteden zij hun dagen aan verstijven. In vrouwen heerst een soepeler geslacht waarin iets bloesemt, iets ontboezemt, en waar zij tederheid bewaren of heimwee naar een meer in Zwitserland. Zij houden van beginnen en behouden. In mannen is het oorlog, niets dan oorlog In vrouwen wordt geboren, totterdood. Zij knipperen een poosje met hun ogen, zij fonkelen, zij woelen even en daar ontstaat een dapper nageslacht. Eén man volstaat en het wordt afgeslacht. In mannen is het koud en vaak december, in vrouwen is het altijd mei. - Luuk Gruwez