Onderweg ben ik zigeuner, onderweg ben ik een kind Van de rusteloze wegen op vier wielen, welgezind Op vier wielen wil ik vluchten, weg van 't nauwe vaderland Naar het bergland en de rotsen, met een bos aan de waterkant Naar het bergland en de rotsen, met een bos aan de waterkant Onderweg daar zit je veilig, onder uw blikken autodak Je mag jodelen en zingen in uw rammelende rammelbak Onderweg leer je vergeten, gisteren ligt ver achter u En voor morgen nog geen zorgen, onderweg is 't altijd nu Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is 't altijd nu Je passeert langs kathedralen, en je duizelt keer op keer Van die stoetmoedige dromen, van die bouwers van weleer En zo leer je blind vertrouwen, vorderen ondanks brute pech Wuif veel liever dan te vloeken, naar de kinders langs de weg Wuif veel liever dan te vloeken, naar de kinders langs de weg En je loopt door de paleizen met uw hoofd vol romantiek Maar uit krotten en ruïnes, klinkt...